Discriminatie op het werk
Discriminatie op het werk kan op verschillende momenten plaatsvinden:
tijdens het solliciteren;
bij eventuele promoties;
bij ontslagrondes;
bij het vaststellen van beloning/salaris; en
tijdens het werk zelf
Wetten tegen discriminatie
Het wetboek verbiedt discriminatie. Dit is in de grondwet verankerd en op en aantal andere verschillende plekken in de wet verder uitgewerkt. Bijvoorbeeld in het Burgerlijk Wetboek, artikel 7:646, dat betrekking heeft op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, en in het Wetboek van Strafrecht, dat discriminatie strafbaar stelt.
In totaal kennen deze wetten de volgende gronden waarop in werksituaties geen ongeoorloofd onderscheid mag worden gemaakt:
– godsdienst;
– levensovertuiging;
– politieke overtuiging;
– ras;
– geslacht;
– nationaliteit;
– hetero- of homoseksuele gerichtheid;
– burgerlijke staat;
– handicap of chronische ziekte;
– leeftijd;
– arbeidsduur (fulltime of parttime); en
– soort contract (vast of tijdelijk).
Arbowet en discriminatie
Sinds 2008 is het verbod op het maken van direct en indirect onderscheid (oftewel: discriminatie) ook opgenomen in de Arbowet. Discriminatie is toegevoegd aan de lijst van onderwerpen die onder psychosociale arbeidsbelasting vallen en die stress kunnen veroorzaken (net als seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk).
Dat betekent dat werkgevers de risico’s van discriminatie op de werkvloer in kaart moeten brengen en zo nodig een preventieplan moeten maken. Dat waren zij al verplicht via bovenstaande regelingen, maar het bleek dat daar weinig mee werd gedaan. Nu het in de Arbowet is opgenomen, kan de Inspectie SZW van de werkgever eisen dat hij een gericht beleid hierop voert. Geeft de werkgever hieraan geen gehoor, dan kan een boete volgen.
Vertrouwenspersoon
Werknemers die het gevoel hebben slachtoffer van discriminatie te zijn, kunnen in eerste instantie naar hun werkgever stappen. Lukt dat om welke reden niet, dan kan de werknemer zich melden bij een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon staat het slachtoffer bij tijdens de procedure, biedt emotionele ondersteuning en adviseert het slachtoffer.